

Vertel ons eerst iets over jezelf. Wie is Gabi Ungureanu?
Gabi: Gabi is een van de Roemenen die droomden van een wereld vol mogelijkheden, vrij van de frustraties en problemen waarmee ze jarenlang in hun vaderland werden geconfronteerd. Geboren in de laatste jaren van de communistische periode en opgegroeid in de chaos die daarop volgde, denk ik nog met veel plezier terug aan mijn jeugd. Ik geef met enige trots toe dat ik een van de kinderen was die met de sleutel om de nek werden opgevoed, die een enorme vrijheid genoten, altijd buiten speelden en altijd omringd waren door vrienden.
Afgestudeerd aan een middelmatige industriële middelbare school, maar uitblinkend in sport, koos ik voor de Faculteit Lichamelijke Opvoeding en Sport, waar ik later afstudeerde als leraar. Een beroep dat ik om verschillende redenen nooit heb uitgeoefend.
Gemotiveerd door mijn ervaringen in de "wijk", wilde ik van jongs af aan bij de politie of de gendarmerie werken. Helaas was dat niet mogelijk. Ik nam snel genoegen met een functie bij een militaire eenheid in mijn woonplaats, waarbij ik mijzelf als bevoorrecht beschouwde.
Gebukt onder teleurstellingen besloot ik in 2010 het grootste avontuur van mijn leven aan te gaan. Ik geloofde echt dat de enige manier om te evolueren en mijn bestaan te veranderen was om de omgeving waarin ik was opgegroeid te verlaten, het onbekende te omarmen en mijn grenzen te testen.
Wat bracht je naar tulpenland?
Gabi: Van Roemenië ging ik naar Denemarken. Daar ontmoette ik mijn huidige vrouw, van Nederlandse afkomst, die daar studeerde. Na haar studie keerde zij terug naar Nederland. Ik bleef in Denemarken, maar we hielden contact en bezochten elkaar waar mogelijk. Na ongeveer een jaar besloten we dichter bij elkaar te gaan wonen en zo kwamen we in Nederland terecht.
In het Koninkrijk der Nederlanden heb je gekozen om een van je dromen te volgen - politieagent worden. Vond u het moeilijk om Nederlands te studeren? Met welke andere uitdagingen werd u geconfronteerd?
Gabi: Ja, inderdaad, ik heb altijd al als politieagent willen werken. De Nederlandse politie stond het niet alleen toe, maar ontving mij met open armen. Hoewel ik het de eerste jaren na mijn komst naar Nederland erg moeilijk had, heb ik alles als een uitdaging geaccepteerd. De uitdagingen waren constant en op alle niveaus. Maar het feit dat ik er niet alleen voor stond, maakte een groot verschil. Mijn vrouw was een echte gids voor de Nederlandse manier van leven. Hoewel we de eerste twee jaar niet samenwoonden en we elk onze eigen zorgen hadden, heeft ze me enorm geholpen om te integreren in de Nederlandse samenleving. Ze moedigde me aan wanneer het moeilijk was en steunde me bij alle beslissingen die ik nam.
Ik was me er altijd van bewust dat als ik geen Nederlands zou spreken, ik me altijd een buitenlander zou voelen en dat het voor mij erg moeilijk zou zijn om de Nederlandse samenleving te begrijpen. Ik begon de taal al in Denemarken te leren en ging na mijn aankomst hier ijverig door. Toen ik naar Nederland verhuisde, wist ik niet dat Roemenen hier niet mochten werken. Bang dat niemand me legaal in dienst zou nemen, heb ik me meteen ingeschreven bij de Kamer van Koophandel als zelfstandige en ben ik werk gaan zoeken. Ik werkte als schilder, organiseerde sport- en zelfverdedigingsworkshops op verschillende scholen en opende een karateschool in de buurt waar ik woonde. Zo heb ik twee jaar lang mijn brood verdiend. Het feit dat ik geen vaste baan had, gaf me de vrijheid om Nederlands te studeren. Na twee jaar in Nederland was ik erin geslaagd de taal tot een aanvaardbaar niveau te leren.
Toen ik in 2014 een baan kreeg, slaagde ik erin een baan te krijgen als kaartjescontroleur op een bus. Later volgde ik bij dat bedrijf de opleiding tot buschauffeur en werkte ik drie jaar als chauffeur. Op zoek naar een nieuwe uitdaging solliciteerde ik naar een baan als bewaker in een gevangenis, waar ik een jaar heb gewerkt. Al deze ervaringen hebben mij enorm geholpen bij het integratieproces en hebben mij indirect voorbereid op mijn studie aan de Politieacademie.
Nog steeds enthousiast over het feit dat ik als politieagent wilde werken, vroeg ik het Nederlanderschap aan en vervolgens de politieacademie voor de functie van korpschef. Hoewel ik niet wist of mijn niveau Nederlands voldoende zou zijn om af te studeren, zette ik me volledig in voor de cursussen en streefde ernaar de academie met topresultaten af te sluiten. Een doel dat ik met glans heb bereikt. Momenteel werk ik als korpschef op het politiebureau Burgwallen in het centrum van Amsterdam en ben ik de enige Roemeen die bij de Amsterdamse politie werkt.
Hoe is de gemeenschap waar je woont, voelde je je welkom in het westen?
Gabi: In het begin voelde ik me onzichtbaar. Zolang je er niet bij hoort en niet actief deelneemt aan de maatschappij, besta je niet. Dat gevoel had ik tenminste. Zonder familie of vrienden in de buurt, zonder sociaal leven, zonder kennis van de tradities, gebruiken en cultuur en zonder de taal te spreken, voelde ik me ongelooflijk geïsoleerd. Na mijn ervaringen in Denemarken voelde ik niet eens per se de behoefte om in contact te komen met andere Roemenen die in Nederland wonen. Ik probeerde mezelf te herontdekken in een omgeving waar ik niet bestond en alles opnieuw op te bouwen.
Maar, zoals ik hierboven al zei, de relatie met iemand die in Nederland geboren en getogen is, heeft me enorm geholpen in het integratieproces en heeft me veel mogelijkheden geboden. Met kleine stapjes en veel hulp ben ik erin geslaagd een eigen wereld op te bouwen die ik thuis kon noemen.
Als u een parallel zou trekken tussen Roemenië en het Koninkrijk der Nederlanden, welke verschillen ziet u dan op economisch, sociaal en cultureel gebied?
Gabi: De verschillen zijn enorm. Nederland heeft ook zijn problemen, maar een ander soort problemen, op een ander niveau. Ik mis soms de gastvrijheid en warmte die ik in Roemenië gewend was, maar de leefomstandigheden, de levensstandaard, de Nederlandse mentaliteit, het inkomen, de diensten en de eindeloze mogelijkheden die Nederland biedt, maken het tot een land waar iedereen toegang heeft tot een fatsoenlijk bestaan en, waarom niet, een hoge levensstandaard. De samenleving wereldwijd is voortdurend in beweging en het tempo is duizelingwekkend. Naar mijn mening past de Nederlandse samenleving zich aan de wereldwijde veranderingen aan en trekt zij tegelijkertijd alle sociale klassen mee, waardoor zij als één geheel beweegt. Niemand blijft achter, iedereen heeft gelijke kansen en er is ruimte voor iedereen. Of zo is het tenminste bedoeld. Dat verklaart waarschijnlijk ook waarom er in Amsterdam meer dan 180 nationaliteiten wonen en in Den Haag en Rotterdam meer dan 170.
U heeft interesse getoond in samenwerking met de Roemeense gemeenschap hier via uw werk. Kunt u ons meer details geven?
Gabi: De Nederlandse politie onderhoudt contacten met de verschillende etnische gemeenschappen die in Nederland wonen. We noemen ze netwerk-communicatienetwerken. Het doel is het contact tussen de verschillende etnische groepen en de politie te verbeteren, de toegang tot informatie voor zowel de burgers als de politie te vergemakkelijken en het imago van de politie in het algemeen te verbeteren. Bij gebrek aan een netwerk Roemeense gemeenschap in Amsterdam, leek het ons interessant om te proberen in contact te komen met de Roemeense gemeenschap hier. Het doel is de Roemeense gemeenschap uit de anonimiteit te halen en samen te proberen bestaande problemen op te lossen en natuurlijk ongewenste situaties te voorkomen.
Hoewel ik niets wist over de Roemeense gemeenschap in Amsterdam, kwam ik in contact met de Rompro-organisatie en ik was aangenaam verrast door hun goede organisatie. De mate van enthousiasme en betrokkenheid die getoond wordt ten aanzien van de Roemeense gemeenschap in Amsterdam en daarbuiten is bewonderenswaardig. Niet alleen werd ik zeer goed ontvangen door de mensen van Rompro, maar ze waren ook zeer enthousiast over het idee van samenwerking. Ik heb de Roemeense school in Amsterdam al bezocht, waar ik door de kinderen werd verwelkomd. Momenteel proberen we samen een voorlichtingsbijeenkomst te organiseren.
Een laatste vraag, aangezien u al enige tijd in het Westen woont: heeft u advies voor Roemenen die overwegen te emigreren?
Gabi: Ik weet niet of ik in de positie ben om advies te geven, en ik voel me daar ook niet prettig bij, maar ik kan wel zeggen dat het niet gemakkelijk zal zijn. Probeer de Nederlandse taal te leren en zo snel mogelijk te integreren, ongeacht de duur van het verblijf. Zij zullen gewaardeerd worden voor hun inspanning. Respecteer de lokale gebruiken en waarden. Zoek en accepteer hulp wanneer dat nodig is, maar wees niet naïef. Zij mogen niet vergeten dat zij Roemenen zijn en dat zij in de ogen van de Nederlanders, zonder dat dit de bedoeling is, de hele Roemeense gemeenschap vertegenwoordigen. Laat ze eerlijk en rechtvaardig zijn en ze zullen overal gerespecteerd worden. En als ze ooit de kans krijgen, moeten ze de Nederlanders kennis laten maken met Roemeense tradities en eten.
Interview door Magda Mincu.
Magda woont sinds 2012 met haar gezin in Nederland. Ze is vertaalster van beroep (voornamelijk van het Nederlands naar het Roemeens) en maakt sinds begin 2022 deel uit van het marketingteam van Stichting Rompro. Ze koos ervoor om vrijwilliger te worden bij de Stichting vooral uit een verlangen om te socialiseren met andere Roemenen die in Nederland wonen, maar ook om te helpen met voorlichting en vertalingen.